Op pad met mezelf
- Liesbeth Slooijer
- 12 apr
- 3 minuten om te lezen
Zuchtend en steunend klim ik omhoog. Mijn ene voet voor de ander. “Denk er niet te veel over na, Lies”, prevel ik tegen mijzelf in gedachten. Gisteren ben ik aangekomen op mijn eerste stop net over de grens in Frankrijk. Bussie en ik zijn deze maand weer op pad. Ik blijf op deze plek 2 nachten, heb ik besloten. Even rustig landen in het camperleven. ‘Slow traveling’, wordt dat ook wel hip genoemd. Ik noem het gewoon ‘lekker rustig aan doen’.
Kritische gedachten als metgezel
Terug naar de klim. Ik heb op Komoot een “adembenemend uitkijkpunt” gevonden. Daar wandel ik nu naartoe. Een 'gemiddelde wandeling', vind Komoot. Ik vind het vooral best pittig. Het is stil om mij heen. Naast mijn eigen gezucht hoor ik alleen het ruisen van de wind door de bomen en vogeltjes tjilpen. Ik vind dat ik moet genieten van de stilte en rust, maar op dit moment zijn kritische gedachten mijn enige metgezel.
“Dit is zwaar.”
“Ik ben nog herstellende van bloedarmoede, moet ik dit wel doen?”
“Zal ik eerder teruggaan?”
“Is dit niet gevaarlijk, zo alleen?”
De tweede band
Ik ken deze gedachten goed. En vrijwel direct laat ik de gedachten lekker brabbelen, terwijl ik met stevige pas doorloop. Ik weet inmiddels dat als ik er niet te veel aandacht aan besteed, ze vanzelf minder worden. Niet wegduwen of dwangmatig positieve affirmaties herhalen, maar gewoon “lekker laten lullen”. ‘Als een tweede band die meedraait op de achtergrond’; noemt mijn lerares Zijnsoriëntatie dat. Dit soort gedachten zijn er altijd. En je hoeft er niets mee.
Avonturier op sokken
Ik denk terug aan een aantal jaar geleden toen ik de kunst van niets doen wat minder goed onder de knie had. Ook toen was ik in Frankrijk een boswandeling aan het maken. Ik voelde me ontzettend gespannen en opgejaagd. Continu was ik bang dat ik zou verdwalen en de nacht in het bos zou moeten doorbrengen. De vreselijkste scenario’s speelden zich in mijn geest af. Niet in staat om dit te doorzien, keerde ik na een half uurtje om. Om mijzelf vervolgens af te wijzen wat voor “lafaard” ik was. Het maakte niet uit welke beweging ik zou maken. Mijn innerlijke criticus wist er wel een draai aan te geven.
Niet meer onderweg naar wie ik denk te moeten zijn, maar zijn met wat er allemaal al is.
Een tijd lang noemde ik mijzelf zelfs “een avonturier op sokken”. Omdat ik enerzijds verlang naar vrijheid, reizen en avontuur. En anderzijds het ook heel spannend kan vinden om de grenzen van mijn veilige leventje op te rekken. Ik zie nu welk verhaal ik daarmee in stand hield. Gevoed vanuit een oordeel op het voelen van spanning of angst, vond ik mijzelf eigenlijk niet dapper genoeg.
Al onze delen
Inmiddels weet ik dat ik dit deel in mijzelf beter bij de hand kan nemen en het mee kan nemen. Het is slechts een deel in mij. Een klein meisje die het gevoel had dat ze haar boontjes zelf moest doppen. De angst die ik daarbij kon voelen heb ik toen vaak overschreeuwt vanuit een sterk overlevingsmechanisme. In de Zijnsoriëntatie noemen we dit het ‘strategische zelf'. Een deel van de psyche dat we naar voren schuiven om te krijgen waar we ten diepste naar verlangen; liefde, erkenning, veiligheid. Al deze delen zijn niet wie wij in essentie zijn. Het zijn oude verhalen, patronen en strategieën. Een “gemaakt zelf”, dus eigenlijk.
Je vindt het niet door ernaar te zoeken. Maar wie niet op zoek gaat, vindt het ook niet.
Raften op woest water
“Je zou maar denken dat al die verontrustende gedachten je intuïtie is”, denk ik grinnikend terwijl ik nog steeds omhoog klim. Volgens mijn intuïtie zou het leven dan zijn als raften op woest natuurwater. Adrenaline hoog en continu alert op gevaar. Vertrouwen op je gevoel is niet altijd de beste raadgever. Maar je gevoelens blindelings negeren? Ook niet heel liefdevol... Wat dan wel? Voor mij werkt ‘luisteren’. Er niet in meegaan, nuance aanbrengen waar nodig, met een open houding.
Inmiddels ben ik aangekomen op de top. Het uitkijkpunt is inderdaad prachtig. Genietend van het uitzicht voel ik me dankbaar dat ik me niet heb laten leiden door mijn gedachten. Dankbaar dat ik steeds meer bij mijzelf thuiskom. Niet meer onderweg naar wie ik denk te moeten zijn, maar zijn met wat er allemaal al is. En dat is me een partijtje veel! Liefde, rust, blijdschap, levenszin - het is allemaal al aanwezig. Je vindt het niet door ernaar te zoeken. Maar wie niet op zoek gaat, vindt het ook niet.